Tins 2: Het beloofde land

img_3765

een vervolg op: Tins 1: ‘Mijn hoofd doet het niet meer!’

Tins is bij mij gekomen met de vraag of ik erachter kan komen wat er mis is met zijn hoofd. Ik heb contact met de huisarts gezocht om er achter te komen of hij bij de drie ongelukken die hij in korte tijd met de brommer heeft gehad mogelijk hoofdletsel heeft opgelopen. Als dat zo is, kan ik met Tins onderzoeken of hij sinds het hoofdletsel een aantal typische veranderingen in zijn gedrag of zijn vaardigheden heeft ervaren. Dit zou kunnen duiden op hersenletsel. Het contact met de huisarts leert mij dat Tins geen letsel aan zijn hoofd heeft gehad bij de ongelukken. Het letsel heeft zich beperkt tot zijn benen en zijn rug. Hersenletsel lijkt op dit moment niet erg aannemelijk.

Ik spreek met Tins over zijn levensverhaal. Hij vertelt me dat hij 53 jaar op Curaçao heeft gewoond. Hij heeft 9 broers en zussen en hij is de jongste van het gezin. Hij geeft aan dat het een warm gezin was en dat hij altijd goed verwend is door zijn moeder. Hij kan zich niet echt herinneren dat hij vaak tegen problemen aan liep. Op zijn achttiende liep hij zijn huidige vrouw tegen het lijf en niet heel lang daarna zijn ze getrouwd. Ze hebben vijf kinderen gekregen en een zoontje geadopteerd. Zijn geadopteerde zoon en zijn jongste dochter zijn nog minderjarig. Het leven was zonnig op Curaçao. Tins vertelt dat hij een eigen bedrijf had en dat zijn vrouw bij een verzorgingshuis werkte.

Toen het verzorgingshuis failliet ging brak de lucht van het zonnige leven en begonnen de donkere wolken te komen. Tins had niet voldoende werk om zijn gezin te onderhouden en de opdrachten werden ook nog minder. Tins raakte in gesprek met een kennis. Deze kennis vertelde hem dat als hij naar Nederland zou gaan, zou hij heel makkelijk werk kunnen vinden en zou hij, met zijn staat van dienst, binnen de kortste keren voldoende geld zou kunnen verdienen om zijn gezin weer te onderhouden. Als ze hun huis niet meer kunnen betalen en noodgedwongen bij zijn zieke oude schoonmoeder moeten intrekken, twijfelt Tins niet langer meer. Hij pakt zijn spullen, van zijn laatste geld koopt hij een ticket, en vertrekt naar het beloofde land. Zijn vrouw blijft achter met de twee kinderen die nog thuis wonen, met het idee dat ze een half jaar later ook achter hem aan kan gaan om ook aan een nieuw en beter leven te beginnen.

In Nederland aangekomen trekt Tins in bij kennissen die beloofd hadden om hem te helpen. Al gauw blijkt dat deze kennissen meer stoned dan nuchter zijn. Tins is een grote tegenstander van deze geestverruimende middelen. En bovendien blijkt het toch niet zo makkelijk te zijn om in Nederland werk te vinden. Tins zou graag op de vrachtwagen willen rijden, maar moet daarvoor eerst zijn rijbewijs omzetten en allerlei certificaten aanvragen. Door een gebrek aan inkomen en de steeds verder oplopende ergernissen op het adres waar hij verblijft, besluit Tins aan te kloppen bij het daklozenloket. Via die weg komt hij in de maatschappelijke opvang terecht. Met de ondersteuning die hij daar krijgt lukt het hem om met een bijstandsuitkering een eigen kamertje te vinden in een huis met meerdere mannen. Tins vind het verschrikkelijk om afhankelijk te moeten zijn. Hij blijft dan ook onophoudelijk op zoek gaan naar werk.

Ondertussen is de situatie op Curaçao ook onhoudbaar geworden. Ze kunnen niet meer teren op inkomen van Tins zijn schoonmoeder. Tins zijn vrouw besluit met de twee jongste kinderen het vliegtuig te pakken en naar Nederland te komen. Omdat Tins op een kamertje van 12 vierkante meter woont, zal zijn vrouw tijdelijks bij kennissen verblijven. Maar als snel blijkt ze hier niet lang te kunnen blijven. Omdat deze kennissen in een 55+ appartement verblijven mogen daar geen minderjarige kinderen intrekken. Tins zijn vrouw klopt ook aan bij het daklozenloket. Om zich daar in te kunnen schrijven en een start te kunnen maken met haar toekomst, zal ze in de nachtopvang moeten slapen. Haar kinderen mogen daar niet bij omdat ze minderjarig zijn.

En zo ontstaat de situatie dat Tins zijn dochter van 14 en zoon van 8 bij hem op het kleine kamertje slapen in een huis vol met volwassen mannen en dat hun moeder voor langere tijd in de nachtopvang moet slapen. Vanwege de ongelukken met de brommer die Tins heeft gehad heeft hij nog veel lichamelijke klachten. De kinderen gaan naar een school in een andere stad en deze school start om 8 uur. Iedere morgen komt hun moeder vanuit de nachtopvang de kinderen om 7 uur ophalen om ze naar school te brengen, omdat Tins het niet voor elkaar krijgt.

Tins heeft al heel wat trots opzij moeten zetten. Het lukt hem niet om goed voor zijn gezin te zorgen en hij is ook nog eens afhankelijk van de Nederlandse overheid voor een inkomen.

Dit was niet het leven wat hij voor ogen had toen hij naar het beloofde land vertrok.

 

vervolg: Tins 3: In zeven sloten tegelijk…

3 reacties

Plaats een reactie